top of page
  • Foto van schrijverRachel Elands

"Burgers moeten de baas worden over hun data"


Afblijven als het niet van jou is. Zo wordt het ons al op jonge leeftijd aangeleerd. Toch verzamelen bedrijven online onze persoonlijke gegevens. Waarom grijpt de overheid niet in?



Er ontstond het afgelopen jaar steeds meer maatschappelijke weerstand tegen de macht van grote techbedrijven, de zogenaamde ‘techlash’. Dit kwam met name door de beschuldigingen rondom privacyschendingen door bedrijven zoals Facebook en Google. Daarnaast wint ook de datacensuur territorium binnen onze maatschappij. Dat is de selectieve toegang tot informatie die plaatsvindt door gepersonaliseerde algoritmes van techbedrijven. We zien de problemen, maar waarom treedt de overheid niet strenger op tegen deze bedrijven?


Legaal

Naast datacensuur en privacyschendingen zijn er ook beschuldigingen van belastingontduiking door diverse multinationals. Of zoals Amazon en Google het noemen: ‘belastingoptimalisatie’. Feitelijk is wat deze bedrijven doen namelijk legaal. Ook dataroof - waarbij jouw zoekdata wordt verkocht aan derde partijen - is in grote lijnen legaal. Bovendien werken de beste IT'ers en belastingadviseurs grosso modo niet bij de overheid maar bij de grote techbedrijven. Als data een maatschappelijk goed is en dus steeds belangrijker wordt in de huidige maatschappij, dan zal de overheid hierin moeten investeren. Zowel in de digitale infrastructuur als in beter beleid.


"Wat ons ter ogen komt op onze schermen wordt bepaald door algoritmes van private partijen."

Marktmacht

Helaas heeft de overheid op dit moment te weinig machtsmiddelen. Hoewel politici nog steeds democratisch verkozen worden door burgers, lijkt de werkelijke macht niet meer bij onze vertegenwoordigers te liggen. De huidige macht is een marktmacht; wat ons ter ogen komt op onze schermen wordt bepaald door algoritmes van private partijen. Zo gaan techbedrijven steeds vaker op de stoel van de overheid zitten. De houding van internationale techbedrijven is tevens veranderd. Terwijl sociale media platformen altijd terughoudend waren in het verwijderen van berichten, webpagina’s en persoonlijke profielen, komen zij de laatste tijd steeds vaker in opspraak vanwege het toepassen van censuur. Dit beïnvloedt het publieke debat. Een recent voorbeeld is het verwijderen van groepen die protesteerden tegen de anderhalvemetermaatschappij.

Schijndemocratie

De vraag is of de macht om het debat te bepalen wel bij deze platformen moet liggen? De huidige democratie lijkt daarom steeds meer op een schijndemocratie waarin overheden geen machtsblok meer vormen tegen de techbedrijven.

Neem het schandaal rondom het politiek adviesbureau Cambridge Analytica. Dit bedrijf bouwde aan een van de machtigste algoritmes ooit door de persoonlijke gegevens van meer dan 87 miljoen mensen te verzamelen en te misbruiken via Facebook, die daardoor de politieke voorkeur van kiezers konden beïnvloeden. Volgens de voormalige klokkenluider en dataconsultant van Cambridge Analytica, Christopher Wylie, waren Trump en Brexit slechts vingeroefeningen. Wylie geeft in zijn boek De Grote Dataroof, dat recentelijk is uitgegeven, een dringende waarschuwing voor de onzichtbare bedreiging van onze democratie.


"Het meest waardevolle deel van de data die door bedrijven wordt verzameld, is informatie die niet bewust door onszelf wordt weggegeven."

Dataroof

De overheid kan op dit moment weinig uitvoeren omdat de huidige techbedrijven dingen doen die nog nooit eerder zijn gebeurd. Er bestaan dus nog geen wetten om dit systeem goed aan te kunnen pakken. De afgelopen twintig jaar stond de Nederlandse overheid daarom ook de privacyschendingen, ofwel ‘dataroof’ van techbedrijven, nauwelijks een strobreed in de weg. Je kan de huidige situatie vergelijken met kinderarbeid in fabrieken tijdens de industriële revolutie. Vóór de industrialisatie bestonden fabrieken met kindarbeiders nauwelijks, dus er was geen wet tegen. Het duurde even voordat de maatschappij het onrecht inzag en zich gingen verzetten tegen deze vorm van uitbuiting. De industriëlen kregen in de loop van de tijd een slechte naam maar werden pas vele decennia later weggezet als ‘roofkapitalisten’. In hun eigen tijd werden zij neergezet als virtuozen die wisten hoe men met kapitaal en machines om moest gaan. We zullen als maatschappij dus moeten leren om langs andere banen te denken.


Restdata

Maar hebben we wel controle over de informatie die we weggeven? Het meest waardevolle deel van de data die door bedrijven wordt verzameld, is informatie die niet bewust door onszelf wordt weggegeven. Denk aan informatie zoals de tijd die we nemen om op een bericht te reageren of op welke tijd we hebben gereageerd en hoe lang dat bericht was. Dit worden restdata genoemd. Toen techbedrijven meer data gingen verzamelen dan nodig was voor het verbeteren van de dienstverlening van hun producten, ontstond het idee van restdata. Deze gegevens kunnen vervolgens worden geveild aan derde partijen die de informatie gebruiken om op een gepersonaliseerde manier het individu te beïnvloeden, bijvoorbeeld door ze te verwijzen naar bepaalde websites of diensten. De voorspellende waarde van restdata is enorm.

Naast de restdata kunnen visuele gegevens zoals foto’s en video's op sociale media worden gebruikt om gezichtsherkenningssoftware te trainen. Deze producten kunnen op hun beurt vervolgens worden doorverkocht aan bedrijven of overheden. De Chinese overheid is zo’n derde partij. Dit heeft ertoe geleid dat overtreders in China niet meer achter de tralies worden gezet omdat ze door gezichtsherkenning in de gaten worden gehouden. Dit lijkt positief, maar het kan bijvoorbeeld ook worden toegepast bij het systematisch opsporen van voorvechters van democratie in Hong Kong. Denk aan het nieuwsbericht een aantal weken geleden waarin bekend werd dat het Nederlandse bedrijf Nolders IT emotie-herkenningsoftware heeft verkocht aan het Chinese Ministerie voor Openbare Veiligheid.


"We betalen Google met onze eigen data en privacy om deze schitterende zoekresultaten te kunnen tonen."

Machtsblok

Kunnen wij als burgers individueel iets tegen dit machtsblok beginnen? We zullen op de lange termijn naar een samenleving moeten met publieke digitale goederen. Burgers moeten onderdeel worden van de dataverzameling en analyse, zodat deze transparant en controleerbaar blijven. Denk bijvoorbeeld aan ‘Citizen Science Projects’, waarbij de burger onderdeel wordt van het dataverzameling- en analyseproces. Zo worden burgers de baas over hun data.

Bovendien zullen we op de korte termijn onze verwachtingen ten aanzien van dataverkeer en -opslag bij moeten stellen door tevreden te zijn met minder. Minder snelle service en wat meer tolerantie voor die ene extra muisklik. Het alternatieve aanbod aan privacyvriendelijke online zoeksystemen kan namelijk producten zoals Google niet verslaan als het gaat om online zoeken. We betalen Google echter met onze eigen data en privacy om deze schitterende zoekresultaten te kunnen tonen.


Oplossingen

Als we als maatschappij persoonlijke data als iets waardevols gaan zien en er dezelfde regels voor komen als de regels die we hebben voor geld, dan kunnen we aan een oplossing werken. Er zal een discussie moeten komen waarin we als maatschappij werkelijk data als geld gaan zien, pas dan zullen er ook systemen komen om data te reguleren. Data zal dan niet langer het eigendom blijven van bedrijven, maar van ons allemaal.



bottom of page