top of page
  • Foto van schrijverVincent M.A. Janssen

'Zou je dat broodje serranoham asjeblieft ergens anders kunnen eten? Ik ben namelijk een vegetar

Bijgewerkt op: 17 nov. 2020


Het einde der beschaving is nabij. En dit is waarom.

Daar lag die dan; het laatste broodje serranoham in de vitrine van een kleffe sandwichzaak op het station. De twee wachtenden voor mij lieten hun keuze gelukkig vallen op een meer bescheiden beleg, waardoor het serranokadetje mijn trotse eigendom werd. Met een brede glimlach en een rommelende maag stapte ik vervolgens in de trein. Ik klapte het tafeltje voor mij uit en zette mijn tanden in de felbegeerde maaltijd. Terwijl de slierten vet van de eerste hap nog uit mijn mondhoeken bungelden, werd ik door mijn buurjongen op de schouders getikt. 'Sorry, maar zou je dat broodje asjeblieft ergens anders kunnen eten? Ik ben namelijk een vegetariër', zei de jongvolwassen knaap.

Mama heeft mij aangeleerd niet te praten met een volle mond, maar ik kon de 'neehee!' die eruit floepte niet bedwingen. 'Asjeblieft' of niet. Een pijnlijk moment volgde, waarin de medereiziger dramatisch wegdraaide en mijn kauwen oorverdovend leek in de daaropvolgende stilte. Als onze beschaving ooit bezwijkt onder haar eigen zelfingenomenheid, dan weet ik zeker dat het hier in deze trein allemaal begon.

Eigenlijk zou ik het de knul nauwelijks kwalijk kunnen nemen. Als we opgroeien met beelden van schreeuwende lui op demonstraties tegen iedere kleine scheet (#antifa #manspreading #wildplassen), wordt de boodschap immers al snel duidelijk: als je maar hard genoeg zeurt, kun je alles bereiken. En zoals we eerder dit jaar zagen, is beledigd doen een ideale vervanger voor constructief debat. Dan ligt de persoonlijke kruistocht tegen de schijfjes slachtvee op mijn brood toch wel een beetje in de lijn der verwachtingen.

Los van het varkentje, waren er ditmaal echter geen slachtoffers van mijn actie. Ik vergiftigde geen medemens zoals een roker in de openbare ruimte dat zou doen, en ik bracht ook geen minderheid in de verlegenheid. Toch was de spanning in de coupé om te snijden. Blijkbaar heb je geen echte reden meer nodig om een beroep te doen op je vrijheid. En dat besef daalde bij iedereen in het treinstel gelijktijdig in.

Terwijl de bovenstaande gedachten als een tornado door mijn hoofd schoten, kauwde ik het laatste plakje taaie ham weg. Ik kon het hier niet bij laten, en wilde hem daarom eens goed de les lezen. Doordat mijn woede echter langzamerhand vervangen werd door angst voor verdere sociale interactie, kon ik uiteindelijk niet meer bedenken dan 'stel je toch niet zo aan; verman jezelf eens!'. Maar net op tijd slikte ik deze woorden in, toen ik bedacht dat het vandaag de dag ook al niet meer oké is om zoiets te zeggen.

bottom of page