top of page
  • Foto van schrijverYuri J.P. Meesen

Mythe: winst maken en duurzaamheid gaan niet samen

Bijgewerkt op: 17 nov. 2020


‘Principes kosten geld’, dacht Rob Bauer, Finance professor aan de Universiteit Maastricht, toen hij in 2001 begon aan zijn onderzoek naar de prestaties van duurzame beleggingsportefeuilles. Rekening houden met zaken als het milieu of werknemersomstandigheden kost alleen maar geld en is slecht voor de winst. Onverstandig dus. Zijn onderzoek bracht hem tot een ander inzicht.

Erbarmelijke omstandigheden

“Dertig jaar geleden had niemand het over duurzaamheid; bedrijven kwamen daar vroeger mee weg”, vertelt Bauer. Tegenwoordig gaat deze vlieger niet meer op. “De maatschappij verwacht steeds meer van het bedrijfsleven: ondernemingen moeten juist duurzaam en eerlijk zijn om te kunnen concurreren. Veel consumenten accepteren niet langer dat bedrijven vervuilend of dieronvriendelijk zijn, of dat hun producten worden gemaakt door kinderen in erbarmelijke omstandigheden.” Als voorbeeld noemt Bauer Volkswagen, dat in 2015 met testuitslagen knoeide, waardoor hun auto’s veel duurzamer leken dan ze waren. Consumenten voelden zich bedrogen en straften VW hier keihard voor af: de multinational verloor wereldwijd miljarden aan schikkingen, boetes en rechtszaken. 2015 was het eerste jaar sinds lange tijd waarin ze minder verkochten dan het jaar daarvoor. VW is diep door het stof gegaan voordat de verkoopcijfers zich herstelden. “Bedrijven kunnen zich niet veel van deze fouten permitteren.”

‘Korte termijn cowboys’ Duurzaamheid krijgt steeds meer gewicht. Toch zijn er nog veel mensen, ook professionele beleggers, die geloven dat duurzame bedrijven minder winstgevend zijn. “Veel deelnemers van pensioenfondsen denken dat deze ondernemingen slechter presteren op de beurs, blijkt uit enquêtes. Zelfs onder veel ‘korte termijn cowboys’ bij de grote zakenbanken op Wall Street of in de Londense City leeft deze gedachte.” Volgens de Finance professor onjuist dus. “Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat er een positief verband bestaat tussen materiële duurzaamheidskenmerken en de financiële prestaties van een onderneming.” Aandacht voor duurzaamheid is goed voor de reputatie en komt de omzet en dus de aandelenkoers van een bedrijf ten goede. Bovendien is het voor duurzame bedrijven eenvoudiger om vermogen aan te trekken omdat investeerders minder risico’s verwachten.

"Aandacht voor duurzaamheid is goed voor de reputatie van een bedrijf"

 

Reputatie Het bedrijfsleven neemt duurzaamheid steeds serieuzer: “Philips heeft het bijvoorbeeld al in zijn bedrijfsvisie opgenomen.” Ondernemingen die dit negeren zullen in de toekomst afvallen vanwege reputatieschade. Ook zullen ze op innovatief gebied achterblijven: “Als DSM bijvoorbeeld een nieuwe CO2-filter voor een bepaald productieproces ontwikkelt, is dit goed voor DSM’s duurzaamheidsscore, en dus haar reputatie. Daarnaast kunnen zij deze nieuwe technologie verkopen aan andere instanties.”

Externe milieueffecten De paradigmawisseling is gaande, maar voor Bauer kunnen de ontwikkelingen richting een duurzame economie en samenleving niet snel genoeg gaan. Iedereen moet hier zijn steentje aan bijdragen: “Dus liever biologisch vlees kopen in plaats van ‘normaal’ vlees. Dat laatste is zo goedkoop (kilo-knallers) omdat de externe milieueffecten niet geprijsd worden. Hetzelfde geldt voor T-shirts van € 7,50 uit Bangladesh; die kunnen onmogelijk op een eerlijke manier geproduceerd zijn. Op dit moment is dit nog niet goed zichtbaar. Dat maakt het lastig om consumenten over de streep te trekken. Ook moeten consumenten en beleggers bedrijven blijven confronteren met duurzaamheid en vragen stellen: ‘Waarom belegt mijn pensioenfonds in olie of tabak?’ of ‘Zijn deze T-shirts door kinderhanden gemaakt?’.”

 

Dit artikel is eerder geplaatst in Observant, onafhankelijk weekblad van de Universiteit Maastricht. Het artikel is aangepast voor GeenKwats.

bottom of page