top of page
  • Foto van schrijverRedactie

Zwevende kiezers: wispelturig of kieskeurig?


De befaamde psycholoog Barry Schwartz roept al sinds jaar en dag dat te veel keuze verlammend werkt. Is dat dan ook wat gaande is met het enorme zwevende deel van het Nederlandse electoraat? Zweven zij echt ezelachtig dat hokje in om on the spot pas te beslissen, of zijn het kieskeurige stemmers die gewoon meer bedenktijd nodig hebben?

Als we politici en media moeten geloven is de kiezer in Nederland het spoor bijster geraakt. ‘De kiezers doen maar wat’, luidde de bekende sneer van Hans van Mierlo, grondlegger van D66. Dit soort uitspraken zijn ook in de aanloop van de komende Tweede Kamerverkiezingen aan de orde van de dag. Kiezen was nog nooit zo moeilijk en het aantal zwevende kiezers rijst volgens de opiniepeilingen de pan uit. De zwevers lijken dus de touwtjes in handen te hebben wat betreft de verkiezingsuitslag. Dat klinkt zorgwekkend. Maar het bewijst juist dat de Nederlandse kiezer geëmancipeerd is.

Afschudden van de ideologische veren

Waar komt die grilligheid dan vandaan? Sinds de ontzuiling zijn de Nederlandse verkiezingsuitslagen steeds veranderlijker geworden. Met het wegvallen van naast elkaar bestaande levensbeschouwelijke structuren in de samenleving, verviel ook de standvastigheid van de kiezer. Het was niet langer vanzelfsprekend om te stemmen op de bijbehorende politieke partij van een zuil. Deze ontwikkeling ging gepaard met de opkomst van de postmaterialistische burger die meer nadruk legde op autonomie en zelfontplooiing. De onomstotelijkheid van de verzuilde kiezer werd ingeruild voor de omzichtigheid van de sceptische kiezer. Een andere belangrijke ontwikkeling is de ontideologisering van het partijstelsel vanaf de jaren ‘70 waardoor politieke partijen meer naar elkaar toe zijn gaan bewegen op de links-rechts as. Hierdoor hebben ze vaak veel overeenkomstige standpunten. Kortom: ‘de ideologische veren zijn afgeschud’ in het politieke krachtenveld. Is oud-premier Wim Kok ook weer in zijn sas.

L’embarras du choix

Bovendien wordt de onvoorspelbaarheid van de kiezer gefaciliteerd door het open karakter van het Nederlandse kiesstelsel. Door de lage kiesdrempel kan een groot aantal nieuwe partijen deelnemen aan de verkiezingen. Dat betekent dat we op 15 maart een keuze mogen maken tussen maar liefst 28 partijen, variërend van gevestigde partijen als de PvdA, het CDA en de VVD tot de new kids on the block Artikel 1, Forum voor Democratie en GeenPeil. Met deze ruime keuze lijkt het dus niet opmerkelijk dat er sprake is van l’embarras du choix onder de Nederlandse kiezers.

Niet de kiezer is gek

Toch klinken er vaak verwijten naar de kiezer toe. Maar ‘niet de kiezer is gek’, om met de woorden te spreken van Tom van der Meer, hoogleraar politicologie, die dezelfde uitspraak gebruikte voor de titel van zijn nieuwe boek. Het fenomeen van zwevende kiezers laat juist zien dat de democratie naar behoren functioneert. De toenemende volatiliteit is zonder meer ook een uiting van onvrede over politici. Maar dit betekent niet dat kiezers ‘maar wat doen’. Integendeel; het bewijst dat ze goed nadenken over hun politieke keuze. Juist het uitdrukken van deze onvrede en het niet zo maar uitbrengen van een stem geeft de kern van het democratisch bestel weer. De groeiende zweverigheid van de kiezers bewijst hun emancipatie. Dus nee, de Nederlandse kiezers zijn niet de weg kwijt of wispelturig. Ze zijn gewoon kieskeurig.

bottom of page