top of page
  • Foto van schrijverYuri J.P. Meesen

“Toen ik het hoorde, zakte ik in elkaar.”


Sacha Franssen (48) werkt bij de politie in Brunssum. Zes jaar geleden deed zijn vrouw een zelfmoordpoging. Een traumatische ervaring, bleek jaren later. De feniks-tattoo die zijn rechter dijbeen bedekt staat hier symbool voor.


Foto | Vincent M.A. Janssen

“Op zaterdag 18 mei 2013 ging mijn vrouw Renate rond kwart over tien boodschappen doen. Toen ze om half een nog niet terug was, begon ik te bellen. Niks, steeds de voicemail. Ik voelde dat er iets was. Ziekenhuizen gebeld; die wisten ook van niks. Ik ben toen naar het politiebureau gereden om aangifte te doen van vermissing. Na de aangifte zei de chef dat ik maar beter naar huis kon gaan. Dat wilde ik niet: wat moest ik thuis aan onze dochter vertellen?”


“Toen kreeg een collega een bericht binnen uit de meldkamer: ‘Renate en auto gevonden in Duitsland, zelfmoord.’ Dat hoorde ik en toen ging bij mij het licht uit: ik zakte in elkaar. ‘Ze leeft! Ze leeft!’, schreeuwde mijn collega me toe. ‘Ze ligt in het ziekenhuis in Sittard.’ Daar aangekomen hoorde ik dat mijn vrouw 300 paracetamols had genomen. Ze was niet aanspreekbaar, bijna comateus.”


"‘Mijn dochter was kwaad: wat haar opa haar moeder per ongeluk had aangedaan, deed Renate nu moedwillig.”

“’Dus ze wilde mij ook in de steek laten’, zei mijn dochter toen ik het haar vertelde. Mijn dochter zei ‘ook’ omdat mijn vrouw op 12-jarige leeftijd haar vader is verloren aan een onbekende ziekte. Renates moeder heeft haar destijds verboden om afscheid van hem te nemen. Waarom weten we nog steeds niet. Een trauma voor haar, waar ze nooit over wilde praten. Mijn dochter was kwaad: wat haar opa haar moeder per ongeluk had aangedaan, deed Renate nu moedwillig.”


“Daar komt bij dat Renate in 2012 met een opleiding is begonnen waar ze werd gepest. Dat heeft oude wonden opengetrokken. Ze wilde stoppen, maar dat vond ik een slecht voorbeeld voor onze dochter. Ze wilde écht stoppen. ‘Zorg dan wel dat er geen schulden zijn’, zei ik. Die waren er wel, hoorde ik na haar zelfmoordpoging in het ziekenhuis toen de bloedwaarden van Renate weer de goede kant op gingen. Ze had geld geleend en een schuld van een paar duizend euro opgebouwd. Haar tweelingbroer zei een week voor de zelfmoordpoging dat ze het aan mij moest vertellen. ‘Mijn huwelijk gaat eraan’, heeft ze gedacht.”


"Zo’n situatie drijft je uit elkaar of dichter bij elkaar. Bij ons was dat het laatste."

“Iedere dag heb ik aan het bed gezeten. Uren en uren hebben we in het ziekenhuis gepraat. Onze boosheid geuit en verteld wat we voelden. We hebben alles op tafel gegooid. Sindsdien vertellen we elkaar alles. Ook de therapie van Renate heeft goed geholpen. Ik heb een heel andere vrouw, een leukere! Zo’n situatie drijft je uit elkaar of dichter bij elkaar. Bij ons was dat het laatste. Ook de relatie tussen Renate en mijn dochter is weer super; ze hebben pas geleden zelfs een tattoo gezet samen.”


“Ik ben altijd maar doorgegaan: de politieopleiding, mijn dochter en de afbetaling van de schuld. Daar waren we met hulp van mijn schoonbroer hetzelfde jaar nog vanaf. Zelf heb ik nooit last gehad van de zelfmoordpoging, dacht ik. Maar de mensen om me heen wisten al langer dat het niet goed ging. Van collega’s hoorde ik dat ik een kort lontje had gekregen en mijn dochter vertelde me later dat ze dagelijks bij het raam wachtte om naar mijn gezicht te kijken als ik thuis kwam. Als het niet goed was, maakte ze dat ze wegkwam. Een bange dochter is natuurlijk het laatste wat je wilt.”




“Beetje bij beetje begon ik zelf te merken dat het niet goed ging. Eind 2016 kwam de druppel die de emmer deed overlopen. Met een collega ging ik op een melding af. Een man stond met een touw om zijn nek op het dak en zei dat hij zou gaan springen. We hebben een kwartier op hem ingepraat, tevergeefs, hij sprong. We hadden afgesproken dat we ons om zouden draaien. Toen ik draaide kwamen alle emoties naar buiten. Blijkbaar heb ik een paal uit de grond geslagen; ik ben de hele week na dat moment kwijt. Een groot zwart gat.”


“Ik ben toen zelf naar de huisarts gegaan: een posttraumatische-stressstoornis. Acht maanden therapie volgden. Die sloot ik af met een brief aan mijn vrouw en dochter. Dat was emotioneel en zwaar, maar het heeft geholpen. Ik voelde me als herboren: vandaar de Feniks op mijn been. Die wordt volgens de Griekse en Chinese mythologie telkens opnieuw herboren uit zijn eigen as. Maar ook als gezin zijn we herboren; het is nog nooit zo goed gegaan als nu.”


Comments


bottom of page