top of page
  • Foto van schrijverYuri J.P. Meesen

"Thuis kan ik wat ik heb gezien goed van me afzetten"


Het coronavirus teistert de wereld. De ogen zijn nu gericht op de doktoren, verplegers en ander zorgpersoneel. Hoe is het om in deze tijden in de zorg te werken? GeenKwats maakt deze week een serie waarin de Nederlandse zorghelden aan het woord zijn.



Rick Coenen (28) zit in het tweede jaar van zijn opleiding tot huisarts. Dat is een stagejaar, legt hij uit. “In dit jaar werk je op drie verschillende plekken om ervaring op te doen in het ziekenhuis.” Begin maart begon hij op de afdeling ouderengeneeskunde in een ziekenhuis in Limburg. Het was de bedoeling dat hij op de polikliniek - de plek waar mensen op consult gaan als ze door de huisarts worden doorverwezen naar het ziekenhuis - aan de slag zou gaan. “Maar vanwege corona willen we zo min mogelijk ouderen naar het ziekenhuis laten komen. Controleafspraken bijvoorbeeld doen we zo veel mogelijk telefonisch.”


Spreekuren bleven veelal leeg. Coenen kreeg al snel een andere taak: op de afdeling kijken welke ouderen naar huis kunnen, zodat ze niet langer dan nodig in het ziekenhuis hoeven te zijn. “In de nabije toekomst is er waarschijnlijk meer plek nodig voor mensen die worden opgenomen via de eerste hulp.”


"De prioriteit ligt nu bij de zorg. Iedereen draagt zijn steentje bij totdat deze crisis voorbij is."

Deze week krijgt hij weer een andere opdracht. “Ze hebben alle arts-assistenten - onafhankelijk van hun specialisme - gepoold en bekeken waar spoedhulp voor coronapatienten nodig is.” Dat kan op een schone afdeling zijn, waar mensen liggen die niet “corona-verdacht” zijn, of op een vieze: waar (mogelijk) besmette mensen naartoe gaan.


Dat heeft niets met zijn huidige stage te maken, maar dat is nu niet belangrijk, zegt Coenen. “Ook een aantal onderwijsmomenten op de universiteit is al afgezegd.” Wat dat voor zijn opleiding betekent, ziet hij later wel. “De prioriteit ligt nu bij de zorg. Iedereen draagt zijn steentje bij totdat deze crisis voorbij is.”


Is het niet eng om bezig te zijn met mensen die misschien zo’n gevaarlijk virus hebben? “Ik ben niet bang. Het hoort bij het vak en moet gebeuren. We treffen hele strenge voorzorgsmaatregelen en de hygiëneregels zijn zoals gewoonlijk erg strict. Als arts maak je heftige en trieste dingen mee, maar ik kan dat als ik thuis kom goed van me afzetten.”


"Ze hebben vaak geen idee wat er in de ziekenhuizen gebeurt en wat wij doen."

Toch maakt Coenen zich zorgen. “We zien dat niet alleen mensen uit de risicogroepen - dus 70-plussers, rokers, diabetici en mensen met longproblemen - op de intensive care liggen, maar ook vijftig- tot zestigjarigen die relatief gezond waren. Mijn ouders vallen ook in die laatste categorie. Daar schrik ik van.”


Hij vindt het daarom onbegrijpelijk dat de stranden vorig weekend overvol waren en dat mensen de maatregelen niet serieus nemen. “Ze hebben vaak geen idee wat er in de ziekenhuizen gebeurt en wat wij doen. Simpele regels naleven kan ziekenhuizen ontlasten. Daar word ik boos van.” En nu we toch bezig zijn: “Ook op mensen die hamsteren.” Net als veel collega’s in het land heeft hij ook last gehad van het hamstergedrag. “Verse groente vind je wel, maar producten als rijst, pasta of brood om de volgende dag mee naar het werk te nemen is in de avond niet meer te krijgen.”


bottom of page