top of page
Foto van schrijverDr. Stefan Jongen

Korte metten maken met "uit de duim gezogen flauwekulpsychologie"


Een banaan verpakt als komkommer op de cover. Dat trekt de aandacht de van GeenKwats-recensenten. Met zijn nieuwe boek Goede verhalen zijn zelden waar bewijst Professor Harald Merckelbach een “kiezel in de schoen van de gemakzuchtige consensus” te zijn.



De kritische houding van Merckelbach loopt als een rode draad door het boek. Zo bekritiseert hij de Nationaal Forensisch Instituut professionals: “Het is vreemd dat een door het Ministerie van Justitie van Veiligheid bekostigd instituut überhaupt aanspraak kan maken op onderzoeksgelden die bedoeld zouden moeten zijn voor onafhankelijke wetenschappers”.


Hij beschrijft talloze voorbeelden van goede verhalen die zelden waar zijn. Neem de “DNA-cowboys”. Dit zijn bedrijfjes die aan de hand van DNA analyses uitvoeren over sterke en zwakke kenmerken van werknemers. Mensen hebben verschillende persoonlijkheidseigenschappen, maar “zoiets als denker versus doener [is] uit de duim gezogen flauwekulpsychologie”, aldus Merckelbach. Hij maakt korte metten met lekenpsychologen die presidenten diagnosticeren of voor eigen rechtertje spelen. Er is een grote rol weggelegd voor de rechtspsychologie in zijn boek, aangezien dit het expertisegebied is van de auteur.


"Om het tweede breinsysteem aan het werk te zetten, dienen we even een stapje terug te nemen."

In tijden van nepnieuws en alternatieve feiten dient de bullshitdetector in onze hersenpan goed afgesteld te zijn. Merckelbach beschrijft twee hersenstanden: de snelle, automatische stand (“het boerenverstand”) en de trage, rationele stand. Oftewel systeem 1 en systeem 2, zoals psycholoog Daniel Kahneman deze twee breininstellingen noemt. De eerste, automatische stand is onze default mode, wanneer wij snel reageren vanuit emotie. Of dat nu boos, blij, bang of verdrietig is. Om het tweede systeem aan het werk te zetten, dienen we even een stapje terug te nemen. Dan gunnen we onszelf de tijd om af te vragen wat de feiten zijn en of een verhaal klopt.


Neuroloog Oliver Sacks staat bekend om zijn gevalsbeschrijvingen, waarin hij aan de hand van een patiënt beschrijft dat een ziekte nooit alleen maar een ziekte is. “Minder snel conclusies trekken, langer kijken.” Dat is de Sacksiaanse aanpak. Een methode naar het hart van Merckelbach. Observeren, niet interpreteren. In tijden waarin complottheorieën weer de kop op steken – uit een peiling blijkt dat meer dan een op de zeven Nederlanders gelooft dat het coronavirus een biowapen is – is dat een van de wijze lessen uit zijn boek.


"Doordat we tegenwoordig met veel meer mensen verbonden zijn, vinden we meer online echokamers."

Valt er geen kritische kanttekening bij Goede verhalen zijn zelden waar te plaatsen? Doordat de hoofdstukken bewerkingen zijn van eerdere columns en artikelen, leest het ook als zodanig. Zo kort en krachtig als de voorbeelden ons om de oren vliegen, zo kort beschrijft Merckelbach de oplossingen om mensen te wapenen tegen nepnieuws. Ook al is de oplossing impliciet verweven in de bewustwording van mentale valkuilen, de concrete maatschappelijke oplossingen krijgen jammer genoeg maar een aantal pagina’s aandacht.


Sommige invloeden blijven onderbelicht. Neem sociale consensus (“geloven anderen het verhaal?”). Doordat we tegenwoordig met veel meer mensen verbonden zijn, vinden we meer online echokamers. De invloed van deze benoemt de auteur niet. Desalniettemin bewijst Merckelbach een luis in de pels van de goedgelovigen onder ons te zijn.

 

Eindoordeel:

🍌🍌🍌🍌


Comments


bottom of page