top of page
  • Foto van schrijverAnne van Dun

IKEA-kast: "Na de zesde spijker spetterden de bloeddruppels op de vloer"

Bijgewerkt op: 30 jul. 2020


Vandaag was het dan eindelijk zo ver: ik mocht mijn langverwachte kledingkast ophalen bij IKEA. Ik verheugde me er al dagen op om mijn kleding uit de verhuisdozen te halen.


Door Anne van Dun



Enthousiast belde ik mijn moeder om het nieuws te vertellen. Ze lachte toen ik vertelde dat ik de kast alleen ging opzetten. “Anne, dat lukt je nooit. Dat ding is drie meter breed. Daar heb je een man voor nodig.” Vrouwen van vroeger, dacht ik, die hebben een man nodig om een kledingkast op te zetten.

"Mijn konijn schrok van de schreeuw. De buurman vast ook."

Toen ik bij IKEA aankwam, bleek dat de dozen waar de kast in zat zwaar waren. Gelukkig hielp een vriendelijke medewerkster. Met een volgeladen auto en half-openstaande achterklep, reed ik terug naar mijn appartement. Vol enthousiasme begon ik hem in elkaar te zetten. Na twee uur zwoegen stonden de zijwanden en de onderkant. Hoewel op het plaatje stond dat je het met twee personen moest doen, had ik de kast in mijn eentje omhoog weten te hijsen. Ik liep naar de keuken om een wijntje in te schenken. Dat had ik wel verdiend, vond ik. Mijn vreugde verdween al snel toen ik zag dat de voorkant niet leek op het plaatje in de handleiding: ik had de onderste plaat verkeerd om vastgeschroefd. Hij moest dus weer naar beneden.


Op pagina 21 van de beschrijving stond dat ik een hamer nodig had om spijkertjes in de achterwand te slaan. Die had ik niet. Ook geen schroevendraaier. Ik herinnerde me dat ik twee dagen geleden iets gekocht had dat (na wat gegoogle) een Bahco heette. Zweeds gereedschap voor houtbewerking, blijkbaar. Dat ding zag er toen echt uit alsof het nog een keer van pas zou komen. Nu zou de Bahco zijn dienst als hamer kunnen bewijzen. De eerste spijkertjes gingen inderdaad goed, maar bij de zesde sloeg ik zo hard op mijn hand dat de bloeddruppels op mijn nieuwe laminaatvloer spetterden. Mijn konijn schrok van de schreeuw. De buurman vast ook.


"Ik wilde bewijzen dat een vrouw dit alleen kon. Niet alleen aan mijn moeder, maar aan iedereen."

Met een theedoek om mijn duim gewikkeld timmerde ik huilend door. Ik wilde niet opgeven. Ik wilde bewijzen dat een vrouw dit alleen kon. Niet alleen aan mijn moeder, maar aan iedereen. Het was een principekwestie geworden. Toen ik de laatste plank in de kledingkast legde, keek ik om mij heen. Overal lag piepschuim, papier en bloed, en de kussens van mijn schattige bankje waren vies geworden van de planken die ik erop had gestapeld. Maar de kast was klaar. Ik voelde me Beyoncé terwijl ze Single Ladies zingt in een afgeladen concertzaal. Na mijn momentje van euforie beloofde ik mijzelf om nooit meer te verhuizen (in ieder geval niet meer alleen).


bottom of page