top of page
  • Foto van schrijverJessica van der Burgt

"Ik vermijd momenteel alles en iedereen"


Het coronavirus teistert de wereld. De ogen zijn nu gericht op de doktoren, verplegers en ander zorgpersoneel. Hoe is het om in deze tijden in de zorg te werken? GeenKwats maakt deze week een serie waarin de Nederlandse zorghelden aan het woord zijn.



Stella van der Burgt – Klessens (26) is spoedeisende hulpverpleegkundige in een ziekenhuis in Arnhem. “Mijn werkdagen zijn nooit hetzelfde, ongeacht welke ziektes er in de lucht hangen. Van botbreuk tot ernstig zieke patiënt. Maar het coronavirus maakt mijn werkdag wel héél anders!”


"We zijn echt één team en hebben één taak."

In deze crisis moeten de medewerkers een keuze maken: “Corona-unit of geen corona-unit. De afdeling is in tweeën gesplitst, je werkt echt gescheiden van elkaar. Aangezien we één team zijn, hoor je op allebei de units te werken.” Natuurlijk zijn er ook collega’s die een medische reden - zoals astma - hebben om niet op de corona afdeling te hoeven werken. “Ons team functioneert momenteel goed en we hebben ons – zo ver dat mogelijk was – goed voorbereid. We zijn echt één team en hebben één taak.”


Maar ben je nooit bang om op de corona-afdeling te werken? “Ik voel mezelf niet snel bang. En ik heb natuurlijk mijn collega’s om me heen, samen kun je meer dragen. Ik ben eerder bang voor mijn ouders en schoonouders. Zij gaan boodschappen doen. Wanneer worden zij ziek? En kan ik ze dan goed verzorgen?”


"Als ik ouders met kinderen in speeltuintjes zie, huilt mijn zorghart."

Vooral in privésfeer is het soms lastig. “Ik vermijd momenteel alles en iedereen. Als ik ouders met kinderen in speeltuintjes zie, dicht op elkaar, dan huilt mijn zorghart. Daarnaast is mijn oma ernstig ziek. Al twee weken mocht ik haar niet zien, maar nu gaat het zo slecht dat ik toch de keuze heb gemaakt om langs te gaan. Ook dan heb ik lieve collega’s die in deze tijd mijn diensten oplossen.”


Gelukkig zijn er ook nog lichtpuntjes. “Het thuiswerken van mijn man heeft voordelen. Ik werk veel avonden en daardoor zagen wij elkaar soms vier of vijf dagen niet. Nu is hij overdag thuis en kan ik na een hectische dienst mijn verhaal delen. Dat is in deze tijd nog belangrijker dan normaal.”


bottom of page