top of page
  • Foto van schrijverGastauteur

Baudet doet aangifte tegen Ollongren: hoe de politieke moraal de wetenschap overneemt

Bijgewerkt op: 17 nov. 2020


Zaterdag 3 februari heeft Thierry Baudet (FVD) aangifte gedaan bij de politie tegen minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66). Er vond een persconferentie plaats; naast hem zat zijn advocaat, mr. Theo Hiddema. Hij bleef trouw aan die rol, legde kort uit wat de omvang was van de juridische begeleiding van zijn cliënt en beklemtoonde geen uitspraken van politieke strekking te kunnen doen. De aangifte behelsde smaad en laster door minister Ollongren aan het adres van Thierry Baudet. Het antwoord van de minister op de bekendmaking van de aangifte luidde dat ze liever het debat met Baudet aangaat, maar dat het zijn goed recht is aangifte te doen. Ze ging er echter geheel aan voorbij dat zij met haar uitspraken zelf reeds het terrein van het debat verlaten heeft.

Foto van: Youtube/NOS

Er gebeurde iets bizars tijdens de discussieavond tussen Thierry Baudet en Femke Halsema in De Balie, de avond die aanleiding gaf tot Ollongrens uitspraken. Halsema wierp Baudet een uitspraak voor de voeten van zijn partijgenoot en tweede man op de lijst in Amsterdam, Yernaz Ramautarsing. Deze, aldus Halsema, had namelijk ooit in een interview geclaimd dat zwarten van nature een lager IQ hadden. Baudet was niet op de hoogte van de specifieke uitspraak en Halsema vroeg hem hier afstand van te nemen. Dit laatste weigerde hij expliciet te doen. 'Dat is een wetenschappelijke discussie, die laat ik voor zijn rekening'. Het was duidelijk moeilijk voor Baudet om zich hierin te positioneren en het gejoel uit het publiek accentueerde dit nog eens. De instemmende aandacht voor zijn woorden 'ik heb geen reden om aan te nemen dat het zo is' was hij onmiddellijk weer kwijt toen hij vervolgde met 'maar ik heb ook geen reden om aan te nemen…'. Wat hier te zien was, was niet de ontmaskering van een heimelijke aanhanger van een rassentheorie, maar een academicus die nog moet wennen aan het politieke spel.

Van Baudet werd geëist een positie in te nemen tegen Ramautarsing en dus ook een statistische uitspraak te doen, namelijk dat zwarten geen lager IQ hebben dan blanken. Zijn academische eerlijkheid gebood hem te zeggen dat hij dit niet wist. Maar Halsema ging het enkel om de politieke beeldvorming. Hij moest voor of tegen zijn. Het is niet de eerste keer dat Baudets weigering positie te kiezen hem controversieel lijkt doen overkomen. In een reportage voor Pauw, enkele jaren geleden, ging hij met een groep BN’ers in Sicilië de discussie aan. Daar stelde hij in zijn rol als opiniemaker expliciet de vraag waarom iemand überhaupt per se voor of tegen iets moet zijn; toen ging het om het redden van vluchtelingen op de Middellandse Zee.

'De academicus in Baudet had de overhand'

 

Academische eerlijkheid

Voor iedere academicus is een zekere toepassing van het socratische adagium ‘ik weet enkel dat ik niets weet’ een rem op het uiten van ongefundeerde kennis. In De Balie werd getoond hoe in ons huidige politieke klimaat de wetenschap echter ondergeschikt wordt gemaakt aan de politiek. Meer zelfs: wanneer een potentieel wetenschappelijke stelling in conflict is met de politieke moraal, dan krijgt de politieke moraal voorrang. Baudet werd niet naar zijn kennis gevraagd over een onderwerp. Hij moest een wetenschappelijk oordeel vellen puur op basis van morele gewenstheid. Dit kun je onmogelijk vragen van iemand die geen autoriteit is in het vakgebied. Halsema had net zo goed kunnen vragen of Hagenezen dommer zijn dan Rotterdammers of juristen gevoellozer dan economen. Ook daar had hij geen oordeel over kunnen vellen. Wat we hier zagen was een man die op het snijvlak van academische eerlijkheid en politieke strategie balanceerde. De academicus in hem had de overhand. Die delfde echter het onderspit in de strijd tegen een moreel geladen politiek die erop uit was het wetenschappelijk domein over te nemen.

Ras politiek irrelevant

Cruciaal in deze discussie tussen Halsema en Baudet was echter juist dat het Baudet niet interesseerde en hij er geen uitspraak over wilde doen. 'Wat moet ik daar van vinden?' Hij vond het een wetenschappelijk en geen politiek issue. En dat is de kern van de democratische politiek die hij onderschrijft; dat mensen hoe dan ook als gelijken worden behandeld. Als wetenschappelijk thema is ras politiek onbeduidend. Het is geen klimaatdiscussie waarop politici beleid moeten baseren. De uitspraak van Ramautarsing was voor de politicus Baudet niet waar of onwaar; ze was simpelweg politiek irrelevant.

Toen emeritus hoogleraar politicologie Meindert Fennema in Café Weltschmerz in gesprek ging met Joost Niemöller – die hij racisme had verweten, omdat hij statistische ongelijkheden in IQ politiek relevant achtte – wees hij erop dat feitelijke gelijkheid helemaal niet de basis is van ons politieke systeem. Ons politieke systeem karakteriseerde hij als een ‘as if-constructie’. Dat wil zeggen dat we mensen in de politieke arena behandelen alsof ze gelijk zijn. Ook artikel 1 van de Grondwet kent impliciet bestaansrecht toe aan het concept ras – los van een verdere invulling hiervan – als een realiteit buiten het wettelijke kader. Ongrondwettelijk is het vervolgens om dit tot grondslag van het handelen te maken. Dát is discrimineren.

'Nergens hebben Ramautarsing of Baudet gesteld op basis rasverschil politiek beleid te willen voeren'

 

Discriminatie?

En hier ging Kajsa Ollongren volkomen de mist in. Zij stelde in haar burgemeester Daleslezing in Nijmegen dat ze het Forum voor Democratie (FVD) nog gevaarlijker achtte dan de Partij voor de Vrijheid (PVV). In de lezing over het gelijkheidsbeginsel dat in artikel 1 van de Grondwet is verankerd, verweet ze het FVD een obsessie met ras en typeerde de partij als een bedreiging voor het verbod op rassendiscriminatie. Baudet laat het 'onweersproken als zijn partijgenoten openlijk discrimineren op basis van ras', aldus Ollongren. Ze vervolgt: 'Het populisme wil sommige Nederlanders dus anders behandelen dan andere'. Er heeft geen enkel voorval plaatsgevonden dat aanleiding kan geven tot deze beschuldiging. Nergens hebben Ramautarsing of Baudet gesteld op basis van welk vermeend rasverschil dan ook politiek beleid te willen voeren. Voor Baudet was het precies de politieke irrelevantie van het rasbegrip die hem ertoe bracht zich niet in de discussie te willen mengen. Hij handelde volstrekt in de geest van de Grondwet.

Ramautarsing (overigens zelf van Surinaamse komaf) bracht het hele onderwerp zelfs te berde als argument tégen institutioneel racisme. Hij ondersteunde er zijn libertarische visie mee op politiek en maatschappij. Die visie beoogt juist zo weinig mogelijk overheidsingrijpen en is dan ook absoluut niet geëigend om discriminatie op basis van ras te implementeren. Integendeel, verschillen zijn simpelweg een realiteit waar de politiek geen invloed op heeft en ook niet mag proberen te hebben. 'Ik had ook graag gezien dat het anders was, dat zwarte mensen hyperintelligent waren, dat Surinamers het hoogste gemiddelde IQ van de wereld hadden', aldus Ramautarsing. Bovendien liet hij volledig in het midden of de door hem aangehaalde intelligentieverschillen tussen volkeren een kwestie van nature of nurture waren.

Baudet als ‘staatsgevaar’

Kajsa Ollongren heeft aangegeven liever met Baudet in debat te gaan. Dit is een doorzichtige strategie om te ontsnappen aan verantwoordelijkheid voor haar eigen uitspraken. Debatteren met een politicus die een wijziging van de Grondwet heeft voorgesteld zou nog mogelijk zijn, maar dat is hier niet aan de orde. Zij heeft hem verweten ongrondwettelijk te willen handelen; een strafbare politiek te bedrijven. Baudet wordt hierdoor bij voorbaat tot staatsgevaar verklaard. Zijn partij wordt door Ollongren als anti-grondwettelijk bestempeld en zo plaatst ze het FVD buiten iedere vorm van debat. Het FVD is een gevaarlijk fenomeen, de ergste uitwas van een beweging die artikel 1 van de Grondwet aanvalt en racisme tot beleid wil verheffen; dat is het verhaal dat de minister vertelt. Dat is niet het portret van een tegenstander waarmee je in debat moet gaan. Dat is het portret van een vijand die totaal bestreden moet worden.

En daar schuilt het ware gevaar: een minister die met een soort meningsmonopolie, gebaseerd op uit de context gerukte uitspraken, misinterpretaties en ongefundeerde verwijten haar politieke tegenstander probeert kaltzustellen. Het is volkomen terecht dat Baudet aangifte heeft gedaan. Met haar lasterlijke toespraak heeft Ollongren het terrein van het debat reeds ver achter zich gelaten.

 

Like onze gloednieuwe Instagrampagina voor een kijkje in de keuken bij onze toffe redactie!

bottom of page