top of page
  • Foto van schrijverRedactie

Wat een Limburger leerde over ABN in Londen


'Zoek maar een betere maandeskundige dan ik', aldus de reactie van Chriet Titulaer (1943-2017) op het verzoek van de NTS om zijn Limburgs accent af te leren. Ter ere van de Limburgse wetenschapper, en als reactie op de inmiddels bekritiseerde imitaties van Jelle Brandt Corstius in De Wereld Draait Door, hier een anekdote.

Een aantal maanden geleden zat ik met mijn Britse vriendinnetje in de auto te luisteren naar BBC radio, en hoorde ik een reportage van een journalist uit Wales, een land in het Verenigd Koninkrijk waar het bekende lilten kleur toevoegt aan de rijke varianten van het Brits. 'Wat grappig', zeg ik, waarover mijn lieve vriendinnetje opmerkt: 'ja, de BBC wordt steeds beter in het verbreden van de accenten die op hun zenders te horen zijn'.

Daar moeten we in Nederland niet aan denken. Hier wijzen de beschaafd-sprekende Noorderlingen, uit alles boven welke rivier dan ook, graag de Nederlandssprekende Limburgers op hun zachte G. Daar komt een Limburger zoals ik, zoals een studiegenootje mij ooit met een grimas liet weten, 'nooit vanaf’. Dat het taalonderdeel van de Cito-toets gewoonlijk hogere scores kent in een regio waar het Limburgse dialect zich onderscheidt van het Nederlands, wordt graag vergeten. Bovendien lijkt weinig Nederlander zich te bekommeren over de vraag of de ‘B’ in ‘ABN’, die staat voor ‘beschaafd’, eigenlijk wel gepast is. Hoe goed mijn Nederlands ook is, en hoe vaak ik mijn boven-rivierse vrienden ook moet herinneren aan de regels van 't Kofschip, mijn zachte G weerhoudt mij van de beschaafde beheersing van de Nederlandse taal. ABN, zo laten mijn vrienden mij héél graag weten (zelfs de noorderlingen die hun R zo hard laten rollen dat de luchtvlaag je bijna van je stoel veegt), is absoluut niet te verenigen met een zachte G. Zachte G? Helaas, geen ABN voor jou, zelfs niet in je prachtige Nederlands, Kyra.

Het gaat hier feitelijk om mijn afkomst, en voor sommige Nederlanders uit de arbeidersklasse natuurlijk ook om classism: een woord dat stereotyperen op basis van sociale klasse uitdrukt en geen vertaling kent naar het Nederlands, maar o-zo-veel weerklank kent in de vooruitstrevende Britse landen. Als in Nederland te horen is dat je uit de periferie komt, dan is dat een makkelijke manier voor een onzekere medeburger (extra aandacht voor de mede-universitaire student die probeert om te gaan met het potentieel van zijn of haar eigen academisch falen) om erop te wijzen dat zij een beschaafdere versie van je moedertaal beheersen. En dat ongeacht het aantal grammaticale fouten in hun harde-G-dominante tongval en dubieuze zinsbouw.

Maar op doordeweekse dagen in Londen had ik Nederlandse klanten in de boekhandel Waterstones waar ik werkte, die verschrikt opmerkten: 'ik had nooit gedacht dat jij een Nederlander bent', wanneer ik pardoes hun vragen zoals 'sell joe stamps?' beantwoordde met een 'natuurlijk mevrouw'. Dan dacht ik vaak even bij mezelf: 'en ik hoorde meteen dat jij een oernederlander bent'. En dan verschijnt er toch een lach op mijn boerengezicht.

 

Kyra van Weenen is een student moderne geschiedenis aan King’s College, University of London.

bottom of page