top of page
  • Foto van schrijverRedactie

De Prius Placebo


Een huis vol spaarlampen, een zonnepaneel op het dak, Nuon Groene Stroom en het liefst een Toyota Prius voor de deur. Als iedereen dit zou doen, dan komt het wel goed met Moeder Aarde. Dit is nu al jarenlang de trend, groen leven om ons geweten te redden. Helaas is dit idee niet geheel op feiten gebaseerd, maar slechts het product van eenzijdige berichtgeving vanuit de politiek en de media. Het heeft even geduurd, maar nu is eindelijk de decennia-oude discussie tussen klimaatsceptici en milieuactivisten boven water komen drijven. In de Trouw van 16 januari 2013 is te lezen dat minister Henk Kamp van Economische Zaken ‘af wil van de controverse tussen sceptici en wetenschappers over de opwarming van de aarde’. Hij wil de zin en onzin van elkaar onderscheiden en gaat zich inmengen in de hevige ‘ondergrondse’ strijd tussen wetenschappers.

De discussie over klimaat- en milieuproblematiek, en met name de opwarming van de aarde, is jarenlang een onzichtbaar debat geweest. Een oneerlijke strijd waarin de sceptici (degenen die de invloed van de mens op klimaatverandering in twijfel trekken) nauwelijks aan woord leken te komen. Dit komt omdat de discussie jarenlang niet gebaseerd is geweest op wetenschappelijk onderzoek van de milieuproblematiek, maar op de dwingende vraag van de politiek en media naar concrete, en soms niet bestaande, antwoorden.

Gore’s waarheid

Het is in eerste instantie van belang om twee gebruikte begrippen van elkaar te onderscheiden. Milieu en klimaat zijn namelijk niet hetzelfde, maar deze begrippen zijn wel met elkaar vervlochten en worden daarom, ook in dit geval, door elkaar gebruikt. Hier zijn een tweetal redenen voor. Ten eerste omdat velen niet bekend zijn met het verschil noch de definitie van de begrippen en ten tweede omdat in veel situaties het niet duidelijk is bij welke van de twee begrippen deze het beste onder te brengen is. Het containerbegrip milieu betekent niets meer dan de omgeving waarin wij leven, met alle aspecten die daar bij horen. Hierbij is ook het weer en het klimaat in te delen. Het klimaat is ‘het gemiddelde weer in een regio’ (Strahler, 2011, p. 220), meestal gerekend binnen een periode van dertig jaar en bepaalt samen met vele andere factoren weer het milieu. In het algemeen wordt er gesproken over milieuactivisten en klimaatsceptici. Dit komt omdat de milieuactivisten zich niet alleen focussen op klimatologische omstandigheden, maar zich bemoeien met alle aspecten van de aarde die voorwaarden bieden tot het leven. De klimaatsceptici besteden de meeste aandacht aan het klimaat en de veranderingen hierin. Tot nu toe hebben vooral de milieuactivisten op de voorgrond gestaan.

Het hoogtepunt voor de milieuactivisten was uiteraard 2007, het jaar dat het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) en oud vice-president van de VS Al Gore een Nobelprijs voor de Vrede in ontvangst mochten nemen. Deze eer was te danken aan hun gezamenlijke inspanningen om de menselijke invloed op het milieu aan het grote publiek duidelijk te maken. Het beste voorbeeld hiervan was de film An Inconvenient Truth (2006) van Al Gore, waarin hij in de vorm van een presentatie een stortvloed aan grafieken over de mensheid stort. Deze film haalde zelfs de bioscopen en nu was het voor iedereen zeker: het mensenras brengt de aarde ten onder, beetje bij beetje. Hoewel al snel bleek dat de gepresenteerde ‘feiten’ van Gore op onzorgvuldig onderzoek waren gebaseerd en flink overdreven waren, had dit geen nadelige gevolgen voor de populariteit van de film en de hype van duurzaamheid die hierna een opleving kreeg.

Niet alleen het overdrijven van feiten, maar ook aan het selectief verhullen van gegevens hebben Gore en de eeuwig naar sensatie zoekende media zich schuldig gemaakt. Zij luidden de grote alarmbellen aan de hand van gegevens van het IPCC. Het IPCC geeft echter aan dat een ´climate change´ pas geïdentificeerd kan worden als er een verandering voor een langere periode (meestal dertig jaar) aanhoudt en dat deze verandering zowel het gevolg kan zijn van natuurlijke variabelen als van menselijke activiteiten (Knox, 2010, p. 164). Maar ogenschijnlijk lezen Gore en zijn gelijke denkers hier deels over heen, want door hun eenzijdige berichtgevingen wekken zij de indruk dat uitsluitend de mens invloed heeft op klimaatsveranderingen en haar neveneffecten. Al Gore stelt zelfs in een interview het volgende: ,,In fact, all weather events are now effected by global warming pollution. […] The fact that the oceans are warmer due to man-made climate change means that storms have more strength and force from the ocean heat energy.’’ (Goldenberg, 2012). Deze denkfout is al langer bekend, maar blijkbaar is de boodschap van Gore zo hard aangekomen bij de media en haar publiek dat deze genegeerd wordt.

Al Gore is uiteraard niet de enige die gesjoemeld heeft met cijfers en gegevens. Er worden complete studies gedaan die naderhand blijken te barsten van fouten en zelfs leugens. Nu klinkt er vaak de kreet dat het doel de middelen heiligt en overdreven gegevens de mensheid aanzetten tot actie. Maar dergelijke uitspraken zijn gevaarlijk. Klimaatscepticus Bjørn Lomborg geeft in zijn artikel ‘Not So Hot’ (2012) een terechte reactie op een klimatologische studie vol foutieve gegevens die voorspelde dat voor 2030 100 miljoen doden zouden vallen door klimaatsveranderingen. Hij stelt zichzelf namelijk de vraag of het erg is als dergelijke studies en rapporten overdrijven als deze zich inzetten voor een gemeenschappelijk ‘goed doel’. Zijn antwoord is een volmondige ja, want het bang maken van mensen is geen voorwaarde voor een goed beleid en goede politiek. Het moedigt volgens hem ‘feel-good, do-little’ besluiten aan die niets bijdragen aan het daadwerkelijke probleem. Lomborg snijdt hier ook een ander belangrijk aspect aan, namelijk de bijbehorende politiek, die haar beleid afstemt op dergelijke studies. Milieuproblematiek is niet alleen een interessante topic voor kranten en studies, het vergt ook veel van de politiek, op alle niveaus. Verdragen als die van Kyoto in 1997 en Durban in 2011 hebben er in gefaald om de opwarming van de aarde tegen te gaan of zelfs te verminderen (Lomborg, 2012). De milieuactivisten hebben al twintig jaar en miljarden dollars tot hun beschikking gehad en ze zijn nog steeds niet dichterbij een goede oplossing. Dit komt onder andere ook omdat men er vanuit ging dat deze twintig jaar wel genoeg zou zijn om een verandering toe brengen aan de CO2 uitstoot en zelfs voor de afkoeling van de aarde, maar niets is minder waar: ,,No realistic change in emissions wil make any measurable impact by 2030.’’ (Lomborg 2012). Het wordt tijd dat het voorbeeld van minister Kamp gevolgd wordt, door de milieusceptici aan het woord te laten. Maar wat beweren de sceptici eigenlijk? En waar zijn deze beweringen op gebaseerd?

De menselijke maat

De klimaatsceptici worden vaker afgeschilderd als de tegenhangers van de milieuactivisten, maar dit zijn zij in feite niet. Zij worden sceptici genoemd omdat zij simpelweg ‘geneigd zijn tot twijfelen’ (Van Dale, 2006, p. 781). Zij lijken met hun argumenten boven de discussie uit te stijgen en ons ervan bewust proberen te maken dat de huidige ideeën over milieuproblematiek niet kloppen.

De geograaf Salomon Kroonenberg is misschien wel de bekendste Nederlandse naam op dit gebied en in zijn boek De Menselijke Maat (2008) probeert hij de lezer zich ervan bewust te maken dat wij ons niet per se schuldig hoeven te voelen als wij iedere morgen de auto naar het werk pakken, in plaats van de fiets:

,,Wie ervan uitgaat dat vanaf nu nog maar één factor het klimaat van de toekomst bepaalt, namelijk de mens, zal bedrogen uitkomen. […] Het is een illusie dat wij de thermostaat van de aarde naar believen een graadje warmer of kouder zouden kunnen afstellen. Beter aanpassen aan het veranderende klimaat, en humanitaire hulp verlenen waar dat nodig is.’’ (Kroonenberg, 2008, p. 304 – 305)

Nu is de vraag waar deze, enigszins geruststellende, visie vandaan komt. Want opwarming van de aarde is een feit, ook voor de sceptici. Maar volgens Kroonenberg is het simpelweg een kwestie van een open visie. Hij stelt dat er altijd naar het klimaat en milieu gekeken wordt vanuit een sleutelgat, de door hem genoemde ‘menselijke maat’. Maar de processen die zich op aarde afspelen zijn te groot om te begrijpen door de menselijke maat. Deze processen overstijgen ons bestaan en tijdsbesef. Het planten van een boom zal niets helpen tegen de opwarming of afkoeling van de aarde als we uitzoomen op een grotere tijdschaal, waar de aarde op een nieuwe ijstijd afstevent: ,,De aarde heeft het allemaal al eens meegemaakt, alleen wij mensen kijken door een zo nauw sleutelgat naar de tijd dat wij denken dat dat allemaal voor het eerst gebeurt, en dat het niet meer zal gebeuren als wij maar braaf zijn.’’ (Kroonenberg, 2008, p. 306).

Dat de milieusceptici geen echte tegenstanders zijn van de milieuactivisten blijkt uit het gegeven dat de discussie eigenlijk niet over hetzelfde gaat. De milieuactivisten zijn korte termijndenkers, terwijl de sceptici liever denken in grotere tijdsbestekken. De sceptici geven in feite geen tegenargumenten en als de gegevens kloppen van de activisten zullen zij deze ook niet ontkennen of ontkrachten. Waar het verschil zit, is in de interpretatie van gegevens en observaties. De activisten zijn snel geneigd apocalyptische conclusies te trekken uit bijvoorbeeld temperatuurstijgingen, terwijl de scepticus deze probeert te verklaren door grootschalige aardse en buitenaardse processen en cycli. De term milieusceptici is daarom eigenlijk een ongelukkige benaming. Zij twijfelen niet aan de klimaatsveranderingen, want deze zijn niet te ontkennen of te ontkrachten. Wat zij wel doen is uitzoomen en het vergrootglas of het sleutelgat weghalen uit de observaties. Zij zijn geen twijfelaars, maar tijdreizigers, die de paniekerige massa willen bedaren door rationele verklaringen die te vinden zijn in de lange geschiedenis van de aarde.

Een goed voorbeeld hiervan geeft Kroonenberg in zijn boek, namelijk in het hoofdstuk De Kaspische tijdmachine. In dit hoofdstuk beschrijft hij hoe de stijgende zeespiegel van de Kaspische Zee gezorgd heeft voor veel paniek, zowel onder wetenschappers als onder overheden en de media. Tegen het einde van de vorige eeuw is de Kaspische Zee in zeer korte tijd enorm gestegen, namelijk twee en een halve meter in zestien jaar. Dit zorgde voor veel onrust in Rusland en deze stijging werd in één adem genoemd met klimaatsverandering en het broeikaseffect. Er stroomde vanuit Moskou enorme geldstromen naar de wetenschappers die het onderzoek leidden en naar de bijbehorende projectontwikkeling. De paniek bleef groeien totdat plots in 1996 de zee begon te dalen en uiteindelijk stabiliseerde. Vanaf dat moment ging de geldkraan dicht en bleef de Kaspische Zee niets meer dan een argument voor milieuactivisten om de verrassende en destructieve effecten van het broeikaseffect mee aan te duiden. Maar dit was voor Kroonenberg en andere tijdreizende sceptici geen reden om interesse en onderzoek naar de Kaspische Zee te laten varen. De onderzoeken gingen door en de resultaten waren verbluffend. Raar genoeg herinnerde niemand zich in Rusland dat dertig jaar voor de stijging een even grote daling van de zee heeft plaatsgevonden, wat toen ook voor een even grote paniekzaaiende berichtgeving zorgde. En daar bleef het niet bij. Na jaren van onderzoek, vanuit verschillende disciplines, bleek dat de Kaspische Zee al miljoenen jaren in omvang toeneemt en afneemt. Er zijn complete dorpen op de zeebodem terug gevonden, wat dus aanduidt dat dit ooit boven de zee lag. Maar er zijn ook afzettingen van de Kaspische Zee gevonden, ver van de huidige kustlijn, want dus betekent dat deze ook groter is geweest. Het feit dat deze groeit en krimpt bleek niet veel te maken hebben met het broeikaseffect, maar was het gevolg van veel grotere cycli waar de mens geen invloed op heeft. De dreigende stijging was dus geen voorbode voor een afstraffing van de mens, maar een normaal en voorspelbaar klimatologisch verschijnsel.

Kroonenberg pleit hier ervoor om niet zomaar lukrake conclusies te trekken uit onvolledige onderzoeken. Dit is precies datgene, en tevens ook het belangrijkste, dat de sceptici verlangen: uitzoomen en degelijke onderzoeken. De milieuactivisten baseren hun gegevens grotendeels op incidentele gebeurtenissen die zich afspelen binnen het menselijk leven. Maar het leven van de aarde is niet te meten in menselijke levens. Het is groter dan dit en dit moet dus ook vanuit een grotere schaal bekeken worden. Dit is moeilijk voor de media en politici, want vanuit een dergelijke schaal is hun eigen invloed en werk niet meer te zien. Wij kunnen niet terug naar het klimaat van vorig jaar, omdat het klimaat niet te meten is binnen een jaar. Groenlinks, Greenpeace, Al Gore, Toyota, allemaal denken zij dat ze de voorlopers zijn van een kruistocht tegen het broeikaseffect, om uiteindelijk de aarde te redden van haar ondergang. Maar zij proberen de aarde niet te redden, zij willen het lekkere weer van vorig jaar terug:

,,Wie zoals Al Gore zegt ‘we might loose the earth’ beschouwt de aarde als niets meer dan een grabbelton ten dienste van de mens, en ziet niet dat alles wat er nu gebeurt, ook de recente opwarming van het klimaat, vanuit het standpunt van de aarde business als usual is. Wie zegt dat de aarde eraan gaat, bedoelt niet de aarde maar zichzelf, de mensheid. Een kleinzielig antropocentrisch wereldbeeld dat geen recht doet aan het feit dat de mens voor de aarde, zoals Mark Twain het zegt, niets meer is dan het likje verf op het topje van de Eiffeltoren.’’ (Kroonenberg, 2008, p. 306).

Minister Kamp durft het nu aan, om deze argumenten van de sceptici aan te horen. Maar het is een bittere pil, want er is volgens de sceptici weinig aan de problemen te doen behalve aanpassen. En dit gevoel van onmacht zorgt ervoor dat de sceptici de boemannen zijn geworden van zowel de media als de politiek.

De boemannen

Geen enkele politicus die op zoek is naar wetenschappelijke onderbouwingen van zijn of haar ‘verkooppunten’ wil horen dat er (nog) geen antwoorden zijn. Zo ook de politici die het aanpakken van de milieuproblematiek op het programma hebben staan. Om hiervoor te vechten en ook nog stemmen te winnen kunnen zij niet verkondingen dat de wetenschap er nog niet zeker over is dat de mens wel zo’n grote invloed heeft op het milieu. De argumenten van sceptici zijn daarom ook niet gewild in de politiek, want deze verkopen niet. Duurzaamheid en groen denken is de hype en hier haakt de politiek op in. Er wordt niet alleen niet geluisterd naar de sceptici, maar zij worden zelfs gezien als boemannen. Minister Kamp heeft niet voor niets met onder andere sceptische geologen gesproken in een geheime vergadering. Hoe kan het zover komen dat een minister een geheime vergadering start met deze boemannen?

Of het nu op mondiaal, continentaal, nationaal of regionaal niveau is, de leidende politieke figuren zijn al decennia bezig de milieuproblematiek binnen de perken te houden. Maar nog steeds spreken wij van ernstige ‘global warming’, ondanks de miljarden dollars die gestoken zijn in onderzoek en passende maatregelen. De mensheid en haar politiek is gewoonweg de mist in gegaan en heeft gefaald in haar beleid. Maar dit wordt nog niet erkend, want men blijft nog steeds volgehouden dat, mits er maar hard genoeg geprobeerd wordt, de menselijke invloed op het klimaat en milieu terug te keren is. Het besef dat de mensheid de klimaatveranderingen evenmin kan terugdraaien als aanwakkeren is er nog niet. Als sceptici aan het woord zouden komen en hun argumenten als een nieuwe algemene waarheid geaccepteerd worden, zou dat een erkenning zijn van dit politiek falen in de afgelopen twintig jaar en dit zou op zijn beurt weer betekenen dat die miljarden dollars weggegooid zijn. De wetenschapper Roger Pielke jr.(2012) is gespecialiseerd in de politiek achter de milieuproblematiek en hij stelt zelfs dat het beleid dat nu gebaseerd is op het tegengaan van milieuproblematiek, funest is voor de politiek. Volgens hem hoeft het verhogen van de belastingen op fossiele brandstoffen niet per se fungeren als een stimulans voor de ontwikkeling van groene innovaties. De geschiedenis heeft laten zien dat dit alleen maar zorgt voor onnodige economische stress van consumenten. Maar de gemiddelde politicus tegenwoordig heeft het bestrijden van de slechte invloed van de mens hoog in het vaandel staan. Men kan tegenwoordig ook eigenlijk niet anders. De sceptici zijn boemannen en hun aanhangers zijn minstens zo demonisch: ,,Als je het niet met [Al Gore] eens bent word je belachelijk gemaakt, je bent immoreel.’’ (Kroonenberg, 2008, p. 300).

Vooraanstaan in het bestrijden van de grijze wolken en het hebben van een schone economie is ook onderdeel van de westerse arrogantie tegenover de rest van de wereld. De centrumlanden in het westen worden op economisch gebied in sneltreinvaart ingehaald door onder andere de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China), die hun economie nog gebaseerd hebben op fossiele brandstoffen. Duurzaamheid en groene energie staan in deze landen nog niet hoog op het programma, omdat zij zich nog te erg focussen op economische vooruitgang. Ook zijn zij, economisch gezien, nog niet in staat om harde maatregelen te treffen die meer duurzaam en milieuvriendelijk zouden zijn. De economische groei van deze landen gaat ten koste van hun omgeving, net zoals dat bij ons ook het geval is geweest. Maar op economisch gebied delft het westen binnenkort wel het onderspit, als dit al niet het geval is. De economieën van West-Europa en de VS zijn niet meer de belangrijkste spelers in deze geglobaliseerde wereld. Een punt waar zij zich wel nog kunnen onderscheiden van de rest is op duurzaamheid. De menselijke voetafdruk verminderen wordt gebruikt als een statussymbool, als een prestigieus label dat het verlies in economische kracht enigszins compenseert in de beleving van de westerlingen. Als de sceptici dit zouden wegnemen, wat blijft er dan nog over van de elitaire positie waar de westerling al eeuwen naar lijkt te streven?

Om deze superieure positie te bewaren heeft minister Kamp in het geheim een groep geologen aan tafel moeten zetten. Maar gelukkig kijkt Kamp wel verder dan uitsluitend de rol van milieuproblematiek in de politiek en probeert hij het hele plaatje te zien, niet alleen het beduvelde idee dat op de voorgrond heerste al deze tijd. Hij wil zijn beleid baseren op feiten, op datgene dat geologen wel weten en niet op lege voorspellingen die hem dwingen miljoenen euro’s in de prullenbak te gooien. Het is juist immoreel om de milieuscepticus te negeren en door te blijven gaan met het verspillen van kostbare tijd, geld en moeite.

Prius: redder in nood?

Pielke (2012) stelt in zijn artikel Climate of Failure dat de discussie over de milieuproblematiek opgelost kan worden, als beide zijden zich concentreren op hun raakvlakken en stoppen met moddergooien. Het is volgens hem een complex probleem dat veel vraagt vanuit meerdere sectoren, zowel van de politiek, wetenschap als het publieke leven. Pielke zegt dat een fatsoenlijk debat over milieuproblematiek nodig is, zonder alle poespas eromheen. Maar dit is moeilijk, omdat volgens hem beide kanten over lijken gaan, maar het is het proberen waard omdat alleen zo werkende doelstellingen behaald kunnen worden. Hoewel Pielke’s bedoeling goed is, zal een fatsoenlijk en vruchtbaar debat nooit mogelijk zijn als er geen univers du discours is tussen de partijen. Het gedachtegoed van de milieuactivisten ligt niet op één lijn met die van de sceptici. Daarbij komt dat de milieuactivisten te dwingend naar antwoorden en oplossingen zoeken. Zij zullen daarom niet snel genoegen nemen met de argumenten die de sceptici naar voren schuiven.

De bangmakerij met een apocalyptisch wereldbeeld is voer geweest voor de gehele mensheid en hoewel deze volgens de sceptici zijn beste tijd heeft gehad, kan de ‘waarheid’ van de sceptici misschien nog gevaarlijk worden. Jarenlang zijn we in de ban geweest van het milieu en het redden hiervan en grote delen van onze economie zijn erop gebaseerd. Nederland heeft zich massaal bekeerd tot de Groene Stroom van Essent en Nuon, zelfs als dit misschien iets duurder was dan grijze stroom. In de verkoop van zonnepanelen en elektrische auto’s is, ondanks de crisis, nog een stijgende lijn te zien. Groen verkoopt, grijs niet. Maar wat als iedereen opeens beseft dat zijn of haar gekochte Toyota Prius de aarde niet gaat redden? Een dergelijke verschuiving zou ervoor kunnen zorgen dat men onvoorzichtig wordt en weer terugvalt in de barbaarse en destructieve aard van industriële en postindustriële tijden. Het is belangrijk om in het hoofd te houden, ondanks de sterke argumenten van de sceptici, dat wij wel een degelijke invloed hebben hier op aarde. Niet zozeer dat wij het lot van de aarde kunnen beïnvloeden, maar wel de impact op onze eigen levens en het behoud hiervan. De aarde kunnen wij moeilijk in haar geheel ruïneren, maar de mensheid de afgrond in leiden zal voor ons geen uitdaging zijn. Het pompen van giftige stoffen in de lucht, het vervuilen van de bodems en het water en het ontginnen van beperkte delfstoffen kan grote gevaren opleveren voor de mensheid. Het gaat er alleen om dat dit onderscheid goed gemaakt wordt. Daarbij komt ook dat er vaak onterecht met vingers wordt gewezen naar Moeder Natuur. Een voorbeeld zijn de overstromingen in Pakistan in 2010. Lomborg (2010) zei in een interview met Foreign Policy hierover dat de hoofdreden van de overstromingen, het bouwen van huizen op overstromingsgebieden was. Het dodental in Pakistan was niet het gevolg van milieuproblemen, zoals voorheen beweerd werd, maar het was de ‘schuld’ van de Pakistaanse dorpelingen, die door gebrek aan een degelijke infrastructuur en kennis gedwongen waren hun nederzetting op een gevaarlijke locatie te bouwen. Lomborg stelt de vraag of we misschien niet beter af zijn als er geld gestoken wordt in het verbeteren van situaties als deze, door middel van aanpassing, dan het nutteloos wegpompen van geld in het oplossen van niet bestaande milieuproblemen. Niet alle geopolitieke beslissingen zijn altijd even slim geweest en de sceptici zeggen daarom dat het misschien meer rendabel is om ons aan te passen aan het veranderende klimaat en milieu, in plaats van het bestrijden hiervan.

Het kopen van een Prius is volgens de sceptici maar een placebo voor het echte probleem. Het herstelt het geweten met de gedachte dat autorijden geen schade toebrengt aan de aarde, maar de werkelijkheid is dat de aarde ook overleeft zonder een Prius. Natuurlijk is de Prius en andere duurzame ontwikkelingen er niet alleen maar om de aarde te redden. Hoewel hier wel mee geadverteerd wordt, blijft kostenbesparing (van bijvoorbeeld benzine) en verbetering van onze leefomstandigheden een even grote reden om een hybride auto aan te schaffen. Deze ontwikkelingen hebben dus wel degelijk een nuttige functie, maar het zijn geen redders in nood voor onze planeet, zoals de activisten laten blijken. Maar het zijn niet alleen de activisten die hier de fout in gaan. Sceptici zijn snel geneigd ontwikkelingen die de milieuactivisten aanmoedigen, zoals het aanleggen van enorme windmolen-parken en de productie van zuinige auto’s, te bestempelen als gefaalde ondernemingen omdat zij het beoogde effect op het milieu niet bereiken. Sceptici vergeten hierbij dat de ontwikkeling van deze projecten niet alleen het gevolg is van het broeikaseffect of andere milieuproblemen. Zij zijn namelijk ook het gevolg van economische en sociale druk, en dit is in veel gevallen zelfs nog een grotere drijfveer dan milieuproblematiek. De sceptici die zichzelf aanprijzen als de ruime denkers, falen hierin enigszins.

Dit neemt niet weg dat de aarde heeft vier en een half miljard jaar zonder de mens bestaan en in deze tijd is zij bloot gesteld aan erger geweld dan datgene dat de mensheid haar toebrengt. De sceptici beweren daarom dat de mensheid ook niet in staat is de aarde te redden, noch dat het haar taak is deze te redden. De aarde is immers ook niet ontstaan door menselijke invloed, maar door krachten die het kleine menselijke brein niet eens kan bevatten. De aarde, met al haar eigenaardigheden en nukken, is een speler van een ander kaliber, terwijl het huidige, arrogante menselijke ras haar onterecht behandelt als een gelijke, als een zorgenkindje. Het is een kwestie van schaalniveaus. Maar helaas wordt dit gedachtegoed nog niet toegelaten in het debat over milieuproblematiek. De milieuactivisten hebben een hardere stem dan de sceptici, maar het heeft helaas nog weinig vruchten afgeworpen. De milieuactivisten komen er niet meer onderuit om de sceptici nu ook een kans te geven. Hoewel misschien nooit zeker zal zijn welke van de twee partijen uiteindelijk gelijk had, is het strijden voor het behoud van onze leefomgeving en de aarde het wel waard.

De onmenselijke discussie

De overtuigingen van de klimaatsceptici worden door velen als harteloos ervaren. En dit zijn ze in enige zin eigenlijk ook. Het is voor schrijvers en wetenschappers moeilijk hierover te schrijven, aangezien zowel auteur als lezer menselijk zijn. De menselijkheid, het hart en de ziel, spelen geen rol in datgene dat de sceptici stellen en dit is misschien het lastige ervan. En ook al weet men wel als ze een Toyato Prius kopen, dat het eigenlijk niets helpt om de aarde te redden, maar geeft toch enige consolidatie. Namelijk de gedachte dat wij in ieder geval ons best hebben gedaan om milieu en klimaat te beschermen en het beste gegund hebben voor de toekomstige generaties. Als er over 10.000 jaar weer een ijstijd voor de deur staat, vervloeken onderkoelde afstammelingen ons misschien dat er toen niet meer broeikasgassen de lucht in gestuurd zijn. Maar hier wordt nog niet over nagedacht omdat het verplaatsen naar deze verre toekomstige tijd moeilijk is. Er wordt gedacht aan het hier en nu en een klein aantal generaties vooruit. Dit is puur menselijk en volkomen normaal. Het hart en de ziel reiken niet tot zover, tot over 10.000 jaar en dit is de reden waarom de milieuactivisten zo populair zijn. Zij zijn menselijk en hier kan aan gerelateerd worden, want dit is het makkelijkste. Zij presenteren een simpele toekomstige rekensom: de aarde nu + duurzame inzet = een veilige toekomst voor onze kinderen. Logisch dat men zich hier voor wil inzetten, want als dit niet gedaan wordt en het zou misgaan in de komende generaties, draagt deze generatie het boetekleed. Het accepteren van klimaatsceptische visies en waarheden is een onmenselijk proces, maar volgens de sceptici helaas wel noodzakelijk.

Zoals gezegd is een debat tussen beide denktanks waarschijnlijk niet zinvol, maar een symbiose juist wel. Het gedachtegoed van de sceptici is nog maar jong en staat nog niet geheel vast. Maar dit betekent niet dat zij de activisten niet kunnen ondersteunen tot het ontwikkelen van nieuwe, modernere visies. Visies die leiden tot functionerende oplossingen die daadwerkelijk de omgang met milieuproblemen verhelpen en vergemakkelijken. Het zijn geen hybride auto’s zoals de Prius die de mensheid nodig heeft, maar hybride denkers. Denkers die de passie van de milieuactivisten combineren met het geloof in geduldig onderzoek en passende maatregelen van de sceptici. Pas dan maakt de mensheid een kans goed inzicht te krijgen in milieuproblematiek.

***

Geraadpleegde literatuur

Boeken:

Knox, P., Marston, S.

(2010). Human Geography: Places and Regions in Global Context. New Jersey: Pearson Education

Kroonenberg, S.

(2008). De menselijke maat: De aarde over tienduizend jaar. Amsterdam: Atlas

Strahler, A.

(2011). Introducing Physical Geography. New Jersey: John Wiley & Sons

Artikels:

Engels, J.

(2012, 16 januari). Kamp wil een streep tussen feiten en fictie. Trouw, p. 12

Goldenberg, S.

(2012). Al Gore’s views on climate change, extreme weather and Keystone XL. Verkregen op guardian.co.uk op 12-01-2013. http://www.guardian.co.uk/environment/2012/nov/14/al-gore-climate-change-transcript

Lomborg, B.

(2012). Climate Course Correction. Verkregen van ForeignPolicy.com op 11-01-2013.

http://www.foreignpolicy.com/articles/2012/11/05/climate_course_correction

Lomborg, B.

(2010). Interview: A Changed Climate Skeptic?. Verkregen op Foreign Policy op 19-01-2013. http://www.foreignpolicy.com/articles/2010/09/03/interview_bjorn_lomborg

Lomborg, B.

(2012). Not So Hot. Verkregen op ForeignPolicy.com op 11-01-2013.

http://www.foreignpolicy.com/articles/2012/09/28/not_so_hot

Pielke jr., R.

(2012). Climate of Failure. Verkregen op ForeignPolicy.com op 12-01-2013. http://www.foreignpolicy.com/articles/2012/08/06/climate_of_failure?page=0,2

Films:

Bender, L. (Producent), Guggenheim, D. (Regisseur), Gore, A. (Schrijver)

(2006). An Inconvenient Truth [DVD]. Los Angeles: Paramount Vantage

bottom of page