top of page
Foto van schrijverRené Pijpers

“Natuur, ik weet niet of ik daar zo blij mee ben.”

Bijgewerkt op: 29 sep. 2019


Deze gevleugelde ratten jatten je eten. Ze blijven midden op het drukke fietspad zitten. En ze hebben de timing van Mr. Bean als ze poepen op je kleren, net als je onderweg bent naar een belangrijke afspraak. Toch kreeg ik deze zomer een zwakke plek voor die rotduiven.



Mijn appartement in Maastricht zit in een oud pand en dat betekent dat ik een aantal kleine, nutteloze raampjes heb waar duiven regelmatig rondhangen om hun snode plannen te bekokstoven. Een van mijn gesnavelde gasten besloot deze zomer om er een permanente bedoening van te maken.


Het zit namelijk zo: stadsduiven kijken naar een klein venster en zien een rots om een nest op te maken. Zo geschiedde en zoals Wikipedia voorspelde lagen er na een kleine maand twee knalgele duivenjongen mijn venster te besmeuren met hun jeugdige activiteiten, zoals eten, poepen en zichzelf constant schoonmaken. Dat raam gaat voorlopig niet meer open.


"Zijn de duiven eigenlijk geen natuur meer te noemen?"

Naarmate de zomer heter werd, kreeg ik enige sympathie voor de donsballetjes. Ze waren weliswaar van de zon beschut, maar qua temperatuur waanden ze zich toch even een paradijsvogel. Elke dag groeiden ze, na een week gingen de oogjes open en het gele dons begon langzaam maar zeker te veranderen in de standaard grijze bomberjack.


Mijn gasten waren net als ik begaan met het lot van de beestjes en ik ontwikkelde een interesse in dit stadse ongedierte. Wist je bijvoorbeeld dat stadsduiven afstammen van tamme duiven? Ze leven van en in de producten van menselijke cultuur. Is dat natuur? Of zijn deze duiven net als een wei met koeien of een grasstrook met schapen? Zijn ze eigenlijk geen natuur meer te noemen?


"Voordat ik het wist zag ik enkele flitsende pikbewegingen."

Op een rustige zondagochtend zag ik tijdens de afwas vanuit mijn ooghoek een schaduw: er zat een kraai in het venster! Voordat ik het wist zag ik enkele flitsende pikbewegingen. Ik ging naar het raam en de kraai vloog weg. Een van de jonge duifjes was toegetakeld en het zag er niet goed uit.


Toen ik die avond weer thuis kwam zat er nog één kuikentje in het venster. Had de kraai het lugubere klusje afgemaakt? Of had moeder duif het nest ‘schoongemaakt’ en haar gewonde nazaat uit het nest gegooid? Dát is sowieso natuur, maar ik weet niet of ik daar zo blij mee ben.



bottom of page