top of page
  • Foto van schrijverMerle van Leusden

Het all inclusive resort is de plek waar de menselijke beschaving sterft

Bijgewerkt op: 17 nov. 2020


Het leed dat all in resort heet Manlief en ik wilden voor onze huwelijksreis een roadtrip maken door Cuba. Ons reisbureau gaf de tip om - naast al die kleine, primitieve casa particulares - onze reis te eindigen in een groot all inclusive resort. Want ‘dan kom je totaal relaxed weer terug in het koude Nederland’. Ik zag het ook helemaal voor me; na twee weken slecht doorspoelende wc’s en voedsel dat even snel je lichaam verlaat als het erin gaat, de laatste drie dagen van onze honeymoon aan het zwembad met unlimited mojito’s. Bring it on!

Ik heb eigenlijk altijd een afkeer gehad van alles dat begint met all in, en een resort leek me het allerergste. Maar; je kunt nergens een mening over hebben als je het niet hebt geprobeerd. Welnu. Om maar direct met de ontknoping te beginnen: Eens maar nooit meer. Het all inclusive resort is de plek waar de menselijke beschaving sterft.

Na het inchecken zat ik echter nog steeds op mijn roze wolk. Omdat we op huwelijksreis waren, zouden we ontbijt op bed krijgen, stond er champagne op de hotelkamer: de hele mikmak. Aan de bar bij het zwembad overviel het geluk me. Ik had nog niet de laatste slurp van mijn mojito op, of er stond alweer een nieuwe klaar. ‘Ik wil nóóit meer ergens anders op vakantie, schat!’ lalde ik naar mijn vent. Oh, wat was dit van korte duur.

"Ik wist niet dat het in Cuba ook al zo ver was"

 

Vanaf 18.30 opende het dinerbuffet. Gelukkig, en naïef, wandelden we naar het restaurant. Of we wel even in de rij wilden gaan staan, het was immers pas 18.27 uur. Uiteraard. We sloten gedwee aan in de rij van gezinnen met moddervette en vervelende kinderen, vaders die met twee bier lallend hun kroost tot rust maanden en moeders die met een chagrijnige blik van de deur naar hun horloge keken. Toen de deuren open gingen, renden de gezinnen naar een tafeltje. Als een hert dat in de koplampen keek, liep ik het restaurant in, vastklampend aan de arm van mijn man. Tassen werden op tafels gegooid, borden gepakt en volgeschept tot er geen centimeter porselein meer zichtbaar was. Mannen van middelbare leeftijd die ongeïnteresseerd sushi op hun dienblad smeten, eentje proefden en een volledig bord lieten staan en vrouwen die kaasstengels in servetjes naar buiten smokkelden; ik kan hier nog uren anekdotes oplepelen van de taferelen die ik gezien heb. Mijn conclusie; de menselijke beschaving is gestorven in het all in resort. Ik heb - net als elke andere Nederlander - dit soort verhalen al vele malen gehoord van de vakantiegangers naar de Turkse resorts. Maar ik wist niet dat het in Cuba ook al zo ver was. Als je dan ook nog bedenkt dat de gemiddelde Cubaan 17 euro per maand verdient, de supermarkten karig gevuld zijn en zij/hij talloze producten op de bon moet kopen om schaarste te voorkomen, dan doet dit tafereel extra pijn. En dan kun je niet anders dan met een gezonde walging naar zulke resorts kijken, terwijl het personeel intens vriendelijk blijft naar die chagrijnige en hebzuchtige toeristen.

"Ik ging naar huis met teleurstelling in onze beschaving"

 

Begrijp me niet verkeerd: als jouw idee van vakantie inderdaad is om je vol te stouwen met eten en drank totdat je niet meer kunt en zie je idealiter niks van de omgeving - ga dan vooral naar zo’n resort. Ik bezocht Cuba echter voor de unieke cultuur en leerde een lief en leuk land kennen. Toch ging ik naar huis met teleurstelling in onze beschaving. Kunnen we ons dan ook nergens meer gedragen?

bottom of page