top of page
  • Foto van schrijverRedactie

Waar blijft die groenrechtse partij?


De zwevende kiezer die het Kieskompas geraadpleegd heeft, is het waarschijnlijk opgevallen dat een deel van het politieke spectrum braak ligt. In de dun bezaaide rechts-progressieve hoek mist namelijk een overtuigend liberaal groenrechts geluid. Het is onwaarschijnlijk dat er geen kiesgerechtigden bestaan die zowel neoliberaal als groen zijn. Maar waarom bestaat die groenrechtse partij dan nog niet?

Het idee van een groener rechts is niet nieuw. In 2008 bracht de VVD namelijk een nieuwe groene visie naar buiten. In Een pamflet van een optimist beschreef Mark Rutte zijn duurzame rechtse plannen, die nog groener waren dan het toenmalige programma van GroenLinks. Sindsdien is er uiteraard weinig terecht gekomen van deze ambities. Ook de conservatievere rechtse partijen proberen hun steentje bij te dragen: zij richten zich vooral op individuele verantwoordelijkheden en beperkt ingrijpen van de overheid. Maar een liberale rechtse partij die duurzaamheid bovenaan de prioriteitenlijst heeft, zoals GroenLinks voor links, bestaat nog niet.

Een liberale groenrechtse beweging zou betekenen dat neoliberale waarden, zoals deregulatie, vrije marktwerking en het belang van economische groei, uitgedragen moeten worden in de arena van duurzaamheid. Maar economisch rechts en duurzaamheid zijn helemaal niet eenvoudig verenigbaar. Duurzaamheid is namelijk meer dan slechts het hangen van een prijskaartje aan de uitstoot van CO2. Volgens de beroemde Brundtland definitie staat duurzame ontwikkeling voor voortgang die voldoet aan de huidige behoeften, zonder dat het vermogen van de toekomstige generatie om in hun behoeften te voorzien in gevaar gebracht wordt. Voor dit soort ontwikkeling moet dus een balans gevonden worden tussen ecologische, economische, en sociale voordelen, waarbij geen enkel aspect de voorkeur krijgt boven de ander. En hier zit het contradictio in terminis.

Een liberale groenrechtse partij kan niet écht groenrechts zijn als de economische voordelen prioriteit krijgen boven de andere twee aspecten. Het is onvermijdelijk dat de dikke portemonnee zal moeten slinken om op enige termijn duurzaamheid daadwerkelijk op gang te krijgen. Het is daarom niet verwonderlijk dat de in 1997 opgerichte politieke partij Groen Rechts snel in vergetelheid raakte. Terugkijken naar de speerpunten op hun inmiddels verwijderde website laat zien dat ook zij er niet in slaagden om groen te combineren met neoliberaal economisch beleid.

Als duurzaamheidsfanaticus ben je vooralsnog beperkt tot de linkerzijde van het Kieskompas. Dit kan de rechtse kiezer ervan weerhouden om voor een uitgesproken groene stem te gaan. Eenmaal in het stemhokje moet de groenrechtse stemmer, door de onverenigbaarheid van groene en neoliberale waarden, een van zijn twee visies verlaten. Welke gaat het worden?

bottom of page